12 februari 2012,
Airlie Beach – Australië
De afgelopen drie dagen heb ik doorgebracht op de ‘Tongarra‘. Een catamaran speciaal gebouwd voor het cruisen in de omgeving van de Whitsundays, een groep van 74 eilanden bij het Great Barrier Reef in Australië.
Afgelopen woensdag (8 februari) kwam ik aan op Airlie Beach. Een backpackers plaatsje waar het water er prachtig uitziet, en er vooral bar’s en hotels zijn. Het ziet er echt enorm toeristisch en tropisch uit!
Aangekomen checkte ik in bij Nomads, het backpackershotel dat voor mij geboekt was door de organisatie van de boottrip. Het was een kamer die ik deelde met 7 andere reizigers. Het zag er allemaal keurig uit, maar met het vooruitzicht van twee nachten op een boot, waarbij ik op het dek zou slapen, leek het me verstandig om de kansen op een goede nachtrust te maximaliseren. Ik heb toen een andere accommodatie gezocht waar ik mijn eigen kamer had. In het Whitsundays Beach Hotel had ik mijn eigen bed, keukentje, douche en toilet. Oke, het is misschien niet helemaal de backpackers ervaring, maar hee, ik wilde het naar mijn zin hebben, dus toch voor mijn eigen luxe gekozen.
Na een lekker douche en een middagdutje ben ik ’s avonds nog even wat gaan drinken met wat mensen die ik in het vliegtuig had leren kennen. Op het terrasje met live-muziek hebben we gezellig de vooroordelen over Nederlanders en Duitsers doorgenomen (mijn gezelschap was Duits.) Geloof het of niet, maar om 22.00 stipt lag ik in mijn airconditioned nestje 😉 – (Nomads had ook airco hoor, maar dat terzijde).
9 februari 2012
Om zeven uur ’s ochtends ben ik lekker het zwembad in gedoken, om tussen de lokale bejaarden door een paar baantjes te zwemmen. Ik zeg lekker, maar het water was er al zo warm, dat het niet echt een verfrissing was. Maar ach, dat mocht de pret niet kreukelen, beetje lichaamsbeweging in de ochtend is prima. En na ontbijtje, op naar de haven waar mijn 20 medepassagiers en ik wachtten op wat komen ging.
Happy Days Mate
Om 14.00 kwam Dave (een Jack Sparrow-achtig type) ons welkom heten en ons de belangrijke instructies voor de komende 3 dagen geven. Zijnde… “ZORG VOOR GENOEG ALCOHOL”. Want zoals hij het zei: “Come sunset, there isn’t much to do on a boat except drinking”. Oke, ik drink de laatste tijd wel eens een wijntje, maar ik heb het advies van Dave toch maar genegeerd en ben met een paar flesjes lipton ice-tea aan boord gegaan.
Op weg naar White-haven Beach
Onze kapitein Ash (eigenaar van de Tongarra) had besloten om eerst naar het uiterste puntje van onze tocht te gaan: Whitehaven Beach. We zouden daar ongeveer om negen uur ’s avonds aankomen, voor anker gaan en de nacht doorbrengen op het dek van de boot. Rond zes uur in de avond had Dave het eten klaar: Vis van de BBQ, aardappelpuree en iets van een salade. En toen we onze buikjes rond hadden hebben we een kort voorstelrondje gedaan waarna we ‘pretty much’ de hele avond konden doen wat we willen: muziek luisteren, drinken, alcohol nuttigen, drankje doen, uh… drinken… en oh ja, drinken. Terwijl iedereen lekker aan de ‘Goon’ zat (cheap wine) en ik aan de ice-tea heb ik kennis gemaakt met Emily, Joe, Scott, Felix, Patrick, Anna, Melissa, Luke en nog een aantal anderen. Voornamelijk Engelsen en Duitsers en Fransen, met een klein uitstapje naar Zweden en Schotland…
Het ‘Plan of attack’ was de volgende dag eerst vanaf de boot naar het eiland zwemmen, in onze ‘stinger suits’ omdat de kwallen die in deze wateren voorkomen geen lieverdjes zijn. Er zitten er een paar tussen waarvan je 4 tot 6 uur last kunt hebben, en zelfs eentje waarbij je met een helikopter opgehaald moet worden om in het ziekenhuis behandeld te worden.
10 februari 2012
Na een zeer korte nacht slaap onder de prachtige sterrenhemel werden we om 7 uur gewekt (ik was natuurlijk al wakker) voor het ontbijt. Daarna onze suits aan en op naar het strand. Lekker om in het water van ongeveer 23 graden Celcius te duiken en zo’n 40 meter naar de kant te zwemmen. Daar aangekomen moesten eerste de nodige groepsfoto’s gemaakt worden.
Een barre toch door het oerwoud!
Om van het uitzicht te kunnen genieten moet je soms wat moeite doen. Er was een wandeltocht die ons bracht naar een mooi ‘lookout point’. Een toch door het woud waarbij je wel op je hoede moest zijn voor slangen of spinnen. Met een kleiner groepje, waar bij Luke en Ik voorop gingen, daarna de meiden en twee andere jongens aan het eind, zijn we de tocht begonnen. Op de boot werd gezegd dat je dit makkelijk op blote voeten kon doen, maar ik had niet voor niets die mooie ‘Keen’ slippers gekocht! En ik was er blij mee! 🙂
Nadat we de lange, vermoeiende en toch ook wel spannende tocht voor de helft hadden gelopen, toch zeker zo’n 1.2 km en 20 minuten lang, kwamen we eindelijk aan op het uitkijkpunt!
En dat was de moeite waard hoor! Wat een mooi uitzicht. We hebben even onze ‘kodak momentjes gegrepen’ en ons klaar gemaakt voor de terugtocht naar het strand, om daar onze welverdiende rust te nemen. 🙂
Het was inmiddels een uurtje of 10 in de ochtend, dus na nog wat bijkletsen in het water ben ik terug naar de boot gezwommen om op krachten te komen voor de snorkelmiddag die we nog voor de boeg hadden. Maar daarover in een volgende blog meer.